zondag 3 januari 2010

'Toen ik begon over het kruis werd het stil'

DEN HAAG – Wennen was het wel, zegt Arjen ten Brinke. De gemeentestichter in de Haagse Vinexwijk Wateringse Veld woonde eerst in Sliedrecht, waar kerkgang nog gewoon is. In Wateringse Veld staat geen enkele kerk.
Ten Brinke werkte als hulpverlener bij de stichting Ontmoeting in Rotterdam, studeerde theologie en „had het verlangen om buiten de kaders van de kerk mensen te bereiken met het Evangelie.” Hij voelde zich geroepen om in de nieuwbouwwijk in Den Haag het Evangelie te verkondigen.
„Ik zag een oproep van de IZB, de organisatie voor zending in Nederland, voor een missionair pionier voor Wateringse Veld. Het bleef alsmaar onrustig. Toch nam ik pas na een maand contact op. Vervolgens kreeg ik de aanstelling. Omdat we een huis hadden gekocht, was het onverstandig wat ik deed, maar we zijn in vertrouwen op God gegaan.”
Een verbouwde dierenkliniek aan de Treslonglaan, ”Boei 90”, is de uitvalsbasis van de familie Ten Brinke. Het gaat hier om een samenwerkingsproject van de IZB, de Protestantse Kerk in Nederland en de hervormde en de gereformeerde kerk te Wateringen, het dorp waartegen de nieuwe Haagse wijk is aangebouwd.
Twee jaar geleden is de evangelist met zijn gezin aan de Treslonglaan gaan wonen. Hij besloot volledig in de wijk te participeren. Dat betekende dat alle vertrouwde kaders wegvielen. Ten Brinke: „Ik kan niet goed begrijpen dat christenen wegtrekken uit Den Haag. Het is de vraag of het klopt met hun roeping.”
Wonder
Het echtpaar besloot zijn kinderen naar de vlakbij gelegen christelijke basisschool te sturen. Ten Brinkes vrouw vond een baan als groepsleerkracht op deze school. „Toen ze tegen de kinderen zei dat ze ging bidden, vonden heel wat kinderen dat vreemd. Niet elke leerkracht bidt en vertelt uit de Bijbel, al is er wel alle ruimte voor. Nog geen 10 procent van de leerlingen van de school is kerkelijk meelevend.”
De evangelist kende niemand in Wateringse Veld. Er was wel een „kerngroep geïnteresseerden”, mensen met een zeer diverse achtergrond. Toen Ten Brinke begon over het kruis van Christus en verzoening met God werd het stil, zegt hij. „Sommigen van die groep wisten helemaal niets van de vergeving van zonden.”
In gesprekken met mensen probeert hij de Bijbel als uitgangspunt te nemen. „Ik investeer niet zozeer in activiteiten, wel in relaties. Het geldpotje voor pr-activiteiten is nog nauwelijks gebruikt. Er is een wonder gebeurd. Mensen zijn veranderd. Ze begrijpen nu waarover het gaat en ze willen Jezus leren kennen.”
Kerkdiensten
Het doel van de laagdrempelige gemeenschap Boei 90 is „Jezus te leren kennen, Hem te volgen en elkaar te dienen”, vat Ten Brinke samen. De gemeenschap houdt nog geen kerkdiensten. „We willen niet te vroeg met zondagse diensten beginnen. De kans is dan groot dat gefrustreerde kerkmensen de toon zetten. Het initiatief moet vanaf onderop groeien. We hopen dat we in de loop van volgend jaar met diensten kunnen starten.”
Op dinsdag- en donderdagochtend is er een Alphacursus in de vergaderruimte onder het woonhuis van Ten Brinke. Op woensdagmiddag is er kinderclub. Op vrijdagavond wordt er gevoetbald op een trapveldje om ongedwongen manier kennis te maken met allerlei mensen uit de buurt. Op donderdagmiddag zijn vrouwen uit de wijk welkom.Op zondag komen jongeren uit de wijk bij elkaar. Ten Brinke kreeg contact met hen via de netwerkwebsite Hyves. „Het eerste jaar kwamen er achttien. Twee haakten er af, de rest ging door. Nu zijn er twintig: veertien jongens en zes meisjes, van zestien tot twintig jaar. Sommigen hebben een kerkelijke achtergrond, anderen komen regelrecht uit het discocircuit.”
Met de jongeren behandelt de evangelist dit seizoen de Romeinenbrief. „Ik bespreek met hen wat het is om God te leren kennen. Thema’s die aan de orde komen zijn Jezus, zonde, verlossing, wedergeboorte, geloofszekerheid en heiligmaking.”
Daarbij hanteert hij geen verborgen agenda, zegt hij. „Iedereen weet dat het ons uiteindelijke doel is om het Evangelie te delen.” Hij is „verwonderd over de zegen. Toen ik hier begon, was er geen kerk in de wijk en de bewoners gingen ook nauwelijks naar de kerken in de buurt. Maar het kleine plantje groeit. Steeds meer mensen willen de Heere Jezus kennen en voor Hem leven. Dat is niet mijn werk, maar Gods werk.”

Bron: Interview Reformatorisch Dagblad 17-12-2009