zondag 30 september 2012

Relativeren

‘Dominees, evangelisten, ouderlingen, diakenen, kerkelijk werkers, kosters en zelfs gemeentestichters, kortom: Iedereen m/v die in dienst van het Koninkrijk werkt, moet zichzelf niet al te serieus nemen.‘ Zo, dat is mijn stelling. Ik geloof er heilig in. Je moet af en toe, vind ik, om jezelf kunnen lachen. Want voor je het weet – ik spreek voor mezelf - draait het allemaal maar zo om jou. De kerk is niet van jou, maar van Hem. Relativeer jezelf en de dingen die je doet. Als jij het niet doet, dan doen anderen het wel… Een paar maanden geleden haalde ik mijn oudste dochter, Anna, op van een verjaardagsfeestje bij ons in de wijk. De wijk – mind you: de plek waar ik ooit door God zelf naar toe geroepen ben om te gaan starten met een nieuwe christelijke kerk. Dat is tussen twee haakjes niet zo maar wat. Het is nogal wat om met je gezin naar een onbekende wijk te verhuizen in een grote onbekende stad om daar als gemeentestichter aan de slag te gaan. In een wijk met 24.000 inwoners waar geen één andere kerk actief is. Hallo! Geen één andere kerk. Weet u wel hoe bijzonder dat is?! En hoeveel energie dat vraagt. Het kost bloed, zweet en tranen. Soms. We investeren in mensen, met tijd, liefde, aandacht, geduld tot we een ons wegen. We bidden voor alles en iedereen in onze omgeving. En we zien er naar uit dat steeds meer wijkbewoners bij die nieuwe kerk in onze wijk gaan horen. We doen van alles: kinderwerk (daar wordt wel eens geknutseld), jongerenwerk, bijbelstudies met jongvolwassenen, huisgroepen, Alpha-cursussen, enz. enz. Heel bijzonder allemaal. Echt een bijzondere kerk is er steeds meer aan het ontstaan. En er willen steeds meer mensen bij horen. Dat ik dat heb mogen stichten. ….. Natuurlijk met de hulp van mensen, maar toch. Wie weet, dacht ik op de fiets, hebben de ouders van de jarige Job ook belangstelling. Even een visje uitgooien. Je weet maar nooit…. ‘Zo, jij bent de vader van Anna he? Jij bent toch die man van die knutselclub…..?’ Pardon???!!! Ik hoor mezelf opgeruimd antwoorden: ‘Ja, dat ben ik, ja.’

Geen opmerkingen: